Flesvoeding is een prima alternatief als je geen borstvoeding wil of kunt geven. In dit artikel lees je 12 dingen die je moet weten over flesvoeding.
Flesvoeding is een prima alternatief voor borstvoeding. Zeker wanneer je bijvoorbeeld medicatie gebruikt en geen borstvoeding kunt geven. Wanneer je flesvoeding wil geven, is het goed om onderstaande zaken te weten:
Als jij of je partner last hebben van allergieën, astma of eczeem, overweeg dan hypoallergene flesvoeding. Is dit niet het geval, dan is standaard zuigelingenvoeding voor pasgeborenen een goede keuze.
Er zijn diverse babyflessen verkrijgbaar. Kies wat voor jou het fijnst voelt. Voor de eerste maanden volstaat een klein flesje, aangezien je maar kleine hoeveelheden flesvoeding geeft. Kies een fles waarop je gemakkelijk het aantal milliliters kunt aflezen.
Spenen variëren in vorm en grootte van de openingen. Sommige baby’s geven de voorkeur aan een ronde of platte top. Als je baby snel en gulzig drinkt, kies dan een speen met een kleiner gat; voor langzamere drinkers een groter gat. Gebruik nooit een speen met zelfgemaakte extra gaatjes. Er zijn ook spenen met meerdere standen beschikbaar.
Net als bij borstvoeding, geef je je baby in de eerste week elke 3 uur flesvoeding om een eetritme te ontwikkelen. Meet ook na elke voeding de temperatuur van je baby en noteer de tijd, hoeveelheid en temperatuur in het kraamdossier.
Verhoog de hoeveelheid flesvoeding dagelijks met 10 ml. Begin op de eerste dag met 10 ml per voeding en verhoog dit geleidelijk. Uiteindelijk zal je baby tussen de 90 en 110 ml per voeding nodig hebben. Let op signalen van overvoeding, zoals buikkrampen of overgewicht.
In Nederland is kraanwater geschikt voor flesvoeding. Let op bij nieuwe kranen of loden leidingen. In die gevallen, gebruik gebotteld bronwater.
Je kunt meerdere flesjes van tevoren bereiden met afgekoeld, gekookt water. Bewaar deze maximaal 8 uur in de koelkast bij 4 °C. Eenmaal aangeraakte flesjes niet hergebruiken.
Spoel fles en speen direct na de voeding om met koud water. Was ze in de vaatwasser of met de hand en laat ze drogen op een schone theedoek.
Kies een comfortabele houding voor jou en je baby. Houd het flesje half schuin om luchtinname te voorkomen. Wissel van kant bij elke voeding om een voorkeurshouding te voorkomen.
Zorg voor een rustige omgeving tijdens de flesvoeding. Vermijd afleiding om een rustig moment voor jou en je baby te creëren.
Als je flesvoeding geeft, draag dan een strakke sport BH direct na de bevalling om borstvoeding te remmen. Gebruik geen normale BH. Indien nodig, gebruik sokken of elastisch verband voor extra druk.
Bovenstaande punten zijn goed om te weten als je flesvoeding wil gaan geven. Uiteraard zijn wij er voor jou als je vragen hebt.